Adieu Le Blanc!
Eerst en vooral een dankwoordje aan de vorige eigenaar van De Witte die ervoor verantwoordelijk was dat ik voor een luttele €700 3 jaar zorgenvrij met mijn intussen koerost geworden Ford Fiesta heb mogen rondrijden. Vandaag was zijn laatste dag. Ik weet niet of hij in de presse gaat eindigen of ergens als familiewagen in Zimbabwe zal fungeren, maar ik wens hem het allerbeste toe. De voorbije drie jaar was hij mijn home away from home, een stukje bekend gebied op onbekend terrein. Het ga je goed, Le Blanc. Bijzonderheden betreffend de transactie: ik viel haast slecht van de zenuwen eer effectief de baan op te gaan en ik heb niét gehuild toen ik mijn Witte moest afgeven. Vier jaar geleden zou ik er zeker 2 dagen voor lopen bleiten hebben, zéker weten.
Intussen heeft deze bolide zijn plaats ingenomen:
And I ask you: who is this car and what is he doing on my hof? Een volslàgen vreemde is hij. Hij ruikt vreemd, hij rijdt vreemd, ik vind hem er eerlijk gezegd nogal als een tunerkarre uitzien en de enige ervaring die ik met hem deel is stilvallen voor de lichten. Niet bevorderlijk voor de auto/bestuurder-relatie, als je’t mij vraagt. Mensen peizen in’t passeren zekers dat ik mijn ‘L’ vergeten ophangen ben, zo rookie rij ik met dat spel. Voor mij is’t alvast uitkijken naar de eerste regenachtige avond tijdens dewelke ik naar huis begeleid word met een schoon liedje en denk van: “Ach, ik zit hier toch feirlijk nog goed.”
Eveneens nieuw trouwens is dit:
Laat de volgorde je echter niet misleiden: de baby aka Old Wrinkly Foot, was er wel degelijk eerst, maar to be fair: ze hebben er dan ook langer op gewacht dan ik op mijn auto. Aan dat voetje hangt trouwens een ongelooflijk adorabel baby’tje, ‘t is maar dat je’t weet. Zijt welgekomen, kleine baby Senne. Zeggen aan mijn zus en mijn schoonbroer hoe overmand door trotsgevoelens vermengd met een kartje kilo afgunst ik ben bij’t zien van zo’n hecht gezinnetje, doe ik niet, seeing I am now the owner of a car that tells me not to show feelings. Ever again.
Maar! Dat heeft me niet tegengehouden toen ik deze middag een pad in het midden van een geweldig hete betonbaan opmerkte, om die in mijn sjakosj te hijsen en naar een schaduwrijke oever van de oude Leie te brengen.
“Lick me for luck!”, zei hij. Which I did, wat een verklaring zou kunnen zijn voor ‘t feit dat ik een klein halfuur geleden helemaal naakt temidden van een weiland wakker geworden ben.
Geen dank, fauna en flora. Geen dank. Ik heb je rug.